> > Recensie: Monografie Jan de Jong

Recensie: Monografie Jan de Jong

Zoom in op afbeelding
Naar grootformaat afbeelding
Zoom in op afbeelding
Naar grootformaat afbeelding
Zoom in op afbeelding
Naar grootformaat afbeelding
Zoom in op afbeelding
Naar grootformaat afbeelding
Zoom in op afbeelding
Naar grootformaat afbeelding
Zoom in op afbeelding
Naar grootformaat afbeelding
Zoom in op afbeelding
Naar grootformaat afbeelding
Zoom in op afbeelding
Naar grootformaat afbeelding

08-12-2013 - Dit is het eerste deel van de tweedelige monografie over Bossche school architect Jan de Jong, die zijn werk, de praktijk op het architectenbureau en zijn stedenbouwkundige theorieën toont.

tekst: Bart van Hoek / beelden uit het besproken boek (© Archiphoto / Architext Haarlem)

Jan de Jong behoorde tot de kern van de Bossche school groep rond theoreticus dom Hans van der Laan. Jan de Jong en Van der Laan waren tegenpolen. Van der Laan was de theoreticus van het Plastische Getal die slechts enkele bouwwerken heeft gerealiseerd. Jan de Jong bouwde een omvangrijk oeuvre in vooral Noord-Brabant, maar was minder begaafd als theoreticus.

Een van de auteurs is Wim Ramselaar, die van van 1961 tot 1968 bij Jan de Jong in Schaijk werkte. Hij was de enige academische geschoolde architect op het architectenbureau. Ramselaar maakte het ontwerp en de bouw mee van, wat je achteraf, de belangrijkste gebouwen uit het oeuvre van De Jong kan noemen. Hieronder het klooster te Maarssen, de tweede woning van de architect en vele kerken.

Jan de Jong had na de oorlog een kavel van een boer gekocht aan de Rijksstraatweg bij Schaijk waarop hij zijn eigen huis bouwde. In de jaren daarna realiseerde hij op zijn terrein diverse bijgebouwen om de laatste ideeën over het Plastisch Getal uit te testen. Uiteindelijk sloopte hij zijn huis om het te vervangen door nieuwbouw, volgens de nieuwe inzichten.

Ramselaar vertelt in het boek ook over zijn eerste kennismaking met de Bossche School tijdens zijn opleiding in Delft, zijn werk op het architectenbureau en de gesprekken over stedenbouw met De Jong. Volgens Ramselaar konden De Bossche school architecten in het begin hun ideeën nog niet goed uitleggen. Over een presentatie van Jan de Jong en Nico van der Laan in zijn studietijd: "Zij beloofden het nog eens te bestuderen en de volgende keer kwamen zij dan weer met een in onze ogen totaal nieuwe interpretatie van het ontwerp."

Jan de Jong vond dat in de theorie van het Plastische Getal de stedenbouw ontbrak. Hij wist echter zijn collega Bossche School architecten én nog het belangrijkst, Dom Hans van der Laan, niet te overtuigen van zijn ideeën. Pas na de dood van Van der Laan pakte hij het idee op om een boek over dit onderwerp te schrijven. In de monografie zijn voor het eerst manuscripten met zijn ideeën over stedenbouw gepubliceerd. De Jong, die ook een opleiding tot landmeter had gevolgd, ging hierbij uit van hoeken. In navolging van dom Hans van der Laan ontwikkelde hij hulpmiddelen voor het toepassen van zijn theorie. Van der Laan had de abacus en de morphotheek bedacht, een set staafjes en blokken die de verhoudingen van het Plastisch Getal weergeven. De Jong ontwikkelde een abacus voor de richtingen met gradenbogen.

"Jan de Jong – pionier van het plastische getal" geeft mooi de ontwikkeling weer van de Bossche school groep en Jan de Jong in het bijzonder. Jammer is dat de foto's van zijn gebouwen wel erg klein zijn weergegeven. Wellicht is er meer plaats voor beeld in het tweede deel, dat komend voorjaar verschijnt.

Jan de Jong – monografie deel 1 - pionier van het plastische getal / auteurs: Hilde de Haan, Ids Haagsma en Wim Ramselaar / Gebonden, 272 pagina’s / in kleur / Uitgever: Architext / ISBN 978-90-5105-048-6 / Prijs € 65

© Architectuur.ORG - 1999 - 2023 | info@architectuur.org | RSS-feed | Twitter | LinkedIn | Facebook