08-01-2014 - Architectuur.ORG interviewde architect Marjolein van Eig over haar rubriek Lelijke eendjes in HP De Tijd. In deze rubriek doet ze voorstellen voor het verbeteren van 'lelijke' gebouwen.
Kunt u iets vertellen over de ontstaansgeschiedenis van de rubriek Lelijke eendjes in HP De Tijd?
Vaak krijg ik de vraag ‘hoe heeft die architect dat kunnen bedenken’. Ik voel mij dan aangesproken maar ik weet het antwoord natuurlijk ook niet en ik verwonder mij net zo goed. Hoe komt het dan dat het er staat, en wat vond men er indertijd goed aan? Die vragen fascineren me, als ik in de trein of in de auto zit en ook terwijl ik aan het ontwerpen ben. Wat we nu goed vinden, vinden we over een aantal jaar misschien totaal onaantrekkelijk. De tijdsgeest blijkt een flinke invloed te hebben op ons werk. We willen bouwen voor de eeuwigheid, maar we worden ingehaald door de tijd. Of niet? Misschien vinden we de gebouwen die ik bespreek over een aantal jaar weer geweldig.
Daarnaast schreef de BNA in 2010 de prijsvraag ‘Een tweede leven’ uit. Men was op zoek naar ideeën om plekken of gebouwen in Rotterdam een tweede leven te geven. Ik heb toen een voorstel gemaakt voor het Weenahof. Deze prijsvraag, in combinatie met mijn fascinatie voor lelijke gebouwen, bracht mij ertoe om er een column over te schrijven en om daarnaast te onderzoeken of er wat aan ‘verbeterd’ kan worden, middels Photoshop. Kan het lelijke eendje een zwaan worden, of is het dat eigenlijk al? Wat maakt het gebouw eigenlijk lelijk? Door het schrijven kom ik erachter hoe er indertijd naar gekeken werd. In de tijd van het Weenahof bijvoorbeeld, was het gewoonweg niet in de mode om mooie gebouwen te maken, het ging erom dat de woningen goed waren en aan de buitenkant wilde men geen geld verspillen. Bovendien was men erg tevreden over die witte platen, die we nu zo lelijk vinden.
Sinds wanneer maakt u de rubriek?
De rubriek verschijnt sinds half november 2013 op de website van HP/De Tijd.
Wat wilt u met de rubriek bereiken?
Ik heb bewust gekozen voor een breed podium als dat van HP/De Tijd. Het is mijn bedoeling om op een vrolijke en toegankelijke manier architectuur te bespreken, aan de hand van een ´lelijk´ gebouw. Het gebouw vormt vooral een aanleiding om te vertellen over een bepaalde architectuurstroming, een tijdsgeest, de bouwpraktijk of een persoonlijke fascinatie. Weetjes over de werking van bijvoorbeeld gewapend beton in het stuk over het provinciehuis van Den Bosch (staal kan goed trekken, beton kan tegen duwen) komen langs in een bijzin, maar zijn voor leken volgens mij interessant. Het is een manier om architectuur bij iedereen onder de aandacht te brengen. Maaskant zei over zijn ontwerpen vaak: “het is een kwestie van perspectief”. Een waarheid als een koe. Middels de column wil de lezer verschillende perspectieven bieden.
Kunt u enkele voorbeelden van panden noemen die u bespreekt in Lelijke eendjes?
Het eerder genoemde Weenahof in Rotterdam, het duokantoor van van Gool aan de Weteringschans in Amsterdam, het gemeentehuis van Jo Coenen in Delft zijn enkele voorbeelden.
In de rubriek doet u voorstellen tot verbetering van de panden door middel van bewerkte afbeeldingen van gevels van gewraakte panden. Hoe voorkomt u dat dit slechts oppervlakkige, cosmetische oplossingen / voorstellen oplevert?
Het zijn absoluut oppervlakkige voorstellen, de Photoshop-afbeelding maak ik in een middag, terwijl een ontwerp voor een dergelijk gebouw natuurlijk veel meer tijd en aandacht vraagt. Maar oppervlakkige voorstellen kunnen veel duidelijk maken. De Photoshop-afbeelding van het Weenahof bijvoorbeeld laat zien dat het mogelijk is, om middels het aanbrengen van contrasten en het weghalen van het gepriegel, een prettiger gebouw te maken, dat beter past in de omgeving.
Welke reacties krijgt u op de rubriek?
Ik krijg veel enthousiaste reacties en voorstellen voor lelijke gebouwen, van alle kanten; jong/oud, architect/niet architect, het leeft. Soms zijn het gebouwen, zoals het provinciehuis in Den Bosch van Maaskant, die ik zelf wel mooi vind. Het gebouw vormt dan een aanleiding om daarover te vertellen. Verder vind ik in verschillende media stukjes terug uit de rubriek. Het Weenahof maakte er melding van op haar website, met de toevoeging dat de welstand bij de laatste schilderbeurt eiste om de witte kleur te behouden. Dat vind ik natuurlijk erg leuk om te weten. Aan een paar reacties via de website van HP merk ik dat men vooral kijkt naar de ‘voor’ en ‘na’ foto’s. Daarmee komt de nadruk te liggen op een oppervlakkige Photoshop en dat is niet mijn bedoeling. Daar ga ik wat op verzinnen, het gaat mij erom te onderzoeken en te laten zien wat wel en niet goed werkt bij een gebouw.
Marjolein van Eig is sinds 2007 architect bij Inbo.
© Architectuur.ORG - 1999 - 2023 | info@architectuur.org | RSS-feed | Twitter | LinkedIn | Facebook