28-05-2013 - Deze week heropent het uitgebreide Museum De Fundatie in Zwolle. Op het neoclassicistische pand is een futuristische uitbreiding in de vorm van een rugbybal gerealiseerd. Een artikel over de bouwtechniek van de door Bierman Henket Architecten ontworpen uitbreiding.
De keuze van Hubert-Jan Henket om de uitbreiding op het dak te plaatsen komt voort uit de symmetrische opzet van het bestaande gebouw. Eduard Louis de Coninck (1808-1840) heeft een gebouw ontworpen met twee symmetrie-assen. Een uitbreiding op maaiveldniveau zou deze opzet verstoren, een ondergrondse uitbreiding was te duur. De keuze voor een uitbreiding op het dak was gewaagd, omdat bijvoorbeeld eerder een voorstel van Abel Cahen op het Van Abbemuseum in Eindhoven tot veel protesten leidde. In Zwolle werd het ontwerp van Henket echter met veel enthousiasme ontvangen door directeur Ralph Keuning.
De rugbybal, ook wel wolk genoemd, is 33 meter lang en 22 meter breed. Deze maat ligt zo'n 1 meter binnen de contour van het onderliggende pand. De rugbybal kan door zijn symmetrische en wiskundig te beschrijven vorm eigenlijk geen blob genoemd worden. Net als het onderliggende gebouw heeft de uitbreiding 2 symmetrie-assen. De horizontale en verticale doorsnede door het middelpunt is een ellips. De uitbreiding wordt ontsloten via een glazen lift in het centraal gelegen atrium en aan de rand gelegen trappen.
De twee toegevoegde verdiepingen zijn geen klassieke tentoonstellingsruimten. De beide verdiepingen staan in verbinding met elkaar en hebben geen rechte wanden. De kunstwerken op de derde verdieping worden getoond op los in de ruimte geplaatste glazen panelen. Dit tentoonstellingsontwerp verwijst naar Lina Bo Bardi's inrichting van het Museu de Arte de São Paulo (1968).
De uitbreiding steunt op een tafelconstructie met 8 nieuwe stalen kolommen met fundering in het bestaande pand en een staalplaatbetonvloer. Ook het skelet van de rugbybal is van staal. Alle spanten van dit skelet zijn radiaal geplaatst, loodrecht op de buitenzijde. De verdere invulling is verrassend traditioneel, met houten gordingen, regelwerk en aan de binnenzijde gipsbeplating. Omdat de constructie enigszins beweegt zijn er radiale dilatatievoegen in gipsbeplating aangebracht. Het bovenste deel is voorzien van een akoestische gips.
Een zorg van de architecten bij de keuze voor de bekleding van de uitbreiding was dat er dilatatievoegen zichtbaar zouden zijn en er in de loop van de tijd lelijke vervuiling zou optreden. Een andere zorg was dat er geen storende herkenbare patronen zouden ontstaan. Bierman Henket ontwierp met Koninklijke Tichelaar twee wit blauw geglazuurde tegels, 10 bij 10 centimeter en 20 bij 20 centimeter, met daarop een soort asymmetrische afgeknotte piramide. Daarnaast is er een plat passtuk om het bolle dak te kunnen volgen. De in totaal 55.000 tegels zijn in wildverband op de uitbreiding gelijmd.
Omdat er voor de vlakverdeling op een dergelijke vorm geen wiskundige formule bestaat is het tegelzetten in de praktijk uitgeprobeerd door tegelzetter Andries Planting in overleg met architect Henket. Dit resulteerde in 4 spelregels: de tegels volgen de horizontale en verticale lijnen van het dak, er wordt telkens een vlak van 2 meter bij 2 meter uitgezet, de voeg tussen de tegels mag niet meer bedragen dan 10 mm en de richting van de asymmetrische tegel wisselt na maximaal 4 tegels.
De uitbreiding kreeg een 65 m² groot raam, "het oog". Om bij benadering de vorm van de rugbybal te volgen is het raam opgebouwd uit driehoekige glaspanelen. Het raam is gericht op het noorden, zodat er geen direct zonlicht valt op de kunstwerken. En de museumbezoeker een prachtig uitzicht over de binnenstad heeft.
Bronnen: Gesprek van auteur met architect Hubert-Jan Henket op 28-5-2013 / Waar oud en nieuw elkaar raken, Hubert-Jan Henket, Lecturis, 2013, pp. 109-123 / Bouwen met Staal 203, 2012-12, pp 12-15
© Architectuur.ORG - 1999 - 2023 | info@architectuur.org | RSS-feed | Twitter | LinkedIn | Facebook