> > Recensie: Kees Rijnboutt architect

Recensie: Kees Rijnboutt architect

Zoom in op afbeelding
Naar grootformaat afbeelding
Zoom in op afbeelding
Naar grootformaat afbeelding
Zoom in op afbeelding
Naar grootformaat afbeelding
Zoom in op afbeelding
Naar grootformaat afbeelding
Zoom in op afbeelding
Naar grootformaat afbeelding
Zoom in op afbeelding
Naar grootformaat afbeelding
Zoom in op afbeelding
Naar grootformaat afbeelding
Zoom in op afbeelding
Naar grootformaat afbeelding

15-12-2015 - Het boek met de subtitel "What shall we do with all this useless beauty?" blikt terug op een halve eeuw werk van architect Kees Rijnboutt.

tekst: Bart van Hoek / beelden uit het besproken boek

Kees Rijnboutt is ontwerper van een groot aantal projecten in heel Nederland, waaronder een gebouw aan het Stadserf te Schiedam (1992 - 97), de arrondissementsrechtbank te Zutphen (1991-97), de Prinsenhof aan de Beatrixlaan in Den Haag (1999 - 2006) en diverse verbouwingen voor warenhuizen Bijenkorf en V&D. Hij begon zijn carrière bij de Woningdienst van de Gemeente Amsterdam. In 1975 sloot hij zich aan bij de Architectengroep. In deze groep hadden Rijnboutt en architecten als Dick van Gameren / Bjarne Mastenbroek en Hans Ruijssenaars ieder een eigen opdrachtportefeuille en architectonisch handschrift. Deze Architectengroep hield in 2004 op te bestaan. Kees Rijnboutt vormt sinds 2005 met Bart van der Vossen, Mattijs Rijnboutt en Renée Liefting en later Frederik Vermeesch een nieuw bureau dat nu de naam Rijnboutt heeft. Rijnboutt was van 1989 tot 1995 Rijksbouwmeester, waarbij hij zich ook bezig hield met de ontwikkeling van het LAVI-kavel in Den Haag, een gebied dat nu bekend is onder de naam De Resident. In 2001 ontving hij de BNA Kubus.

Het oeuvre van Kees Rijnboutt, die in 1964 afstudeerde, ontwikkelde zich "parallel met de geschiedenis van de Nederlandse bouwproductie." Dit wordt goed geïllustreerd met zijn ontwerpen voor de Bijlmer. Hij ontwerpt in dienst van Woningdienst Amsterdam deel A van de Bijlmer (1964-69), galerijflats die zijn verbonden met parkeergarages. Dit project sluit aan op de bekende honingraadflats. 10 jaar later zijn de ideeën van Rijnboutt én over woningbouw in Nederland veranderd en ontwerpt hij met Sjoerd Soeters Hoptille (1975-85), dat breekt met de oorspronkelijke opzet van de Bijlmer. Een van de belangrijke onderdelen van de oorspronkelijke Bijlmer, het open maaiveld, sluit hij af met een ruim 300 meter lang woongebouw, in het boek "muur" genoemd. Daarachter bevinden zich de overige woningen van de buurt, optimaal op de zon georiënteerde grondgebonden woningen.

Het boek toont bijna 30 gerealiseerde werken en een tekst over de loopbaan van Kees Rijnboutt. De vormgeving is strak met pagina's geheel in zwart en wit. Voor de foto's is niet geput uit het beeldenarchief van Rijnboutt, maar gekozen de projecten te laten fotograferen door Kees Hummel. Elk project wordt geïntroduceerd door een situatietekening en enkele projectgegevens in het wit op een zwarte achtergrond. De grotendeels zwart-wit foto's van de gebouwen in hun omgeving sluiten mooi aan bij deze layout. Sommige projecten worden toegelicht met een korte tekst.

In de inleiding valt te lezen dat is gekozen voor "...niet perse meest voor de hand liggende gebouwen, ook niet vanzelfsprekend de meest 'succesvolle.'" Waarom welke projecten zijn gekozen wordt de lezer niet duidelijk, in ieder geval zijn de meest bekende projecten er wel bij. Wel duidelijk beargumenteerd is de keuze voor de fotografie. In het fotoarchief van het bureau zijn trends van architectuurfotografie te zien. De eerste foto's in zwart-wit met weinig tot geen mensen tot de actuele fotografie met veel gebruikers. Door opnieuw de projecten te fotograferen ontstond een eenheid en wordt bovendien de huidige staat van de gebouwen getoond.

Het door Thoth uitgegeven boek is een prachtig overzicht van het veelzijdige werk van Kees Rijnboutt, een architect die niet dogmatisch vasthoudt aan een duidelijke stijl, maar zich mee ontwikkelt met de tijd.

Informatie: Kees Rijnboutt architect - What shall we do with all this useless beauty? / Tekst: Jan van Grunsven / Fotografie: Kees Hummel / Taal: Nederlands/Engels / Bindwijze: Gebonden uitgave / Formaat: 24 x 30 cm / 362 pagina’s / 250 illustraties overwegend in zwart wit / Uitgever: Thoth / ISBN 978 90 6868 693 7 / Prijs: € 49,50

© Architectuur.ORG - 1999 - 2023 | info@architectuur.org | RSS-feed | Twitter | LinkedIn | Facebook