04-05-2011 - Ruim twintig jaar na de val van de Muur is eindelijk een nederlandstalig overzicht verschenen over de architectuurgeschiedenis in heel Europa, van Oeral tot Ierland.
Schrijver van "Europese architectuur vanaf 1890" is Hans Ibelings, de oprichter van het Europese architectuurtijdschrift A10. Ibelings streeft met dit overzicht van de Europese architectuur naar een "grotere geografische balans", het vaak genegeerde oosten en zuiden komen in dit boek ruim aan bod.
In 8 hoofdstukken beschrijft Ibelings de Europese architectuurgeschiedenis sinds het einde van de 19e eeuw. Hij bespreekt architectuurstromingen en gebouwtypen en legt hierbij verbanden tussen ontwikkelingen in de verschillende Europese landen.
Ibelings besluit het boek met de conclusie dat Europa in de afgelopen 200 jaar een groei van de bevolking, een enorme economische bloei en verstedelijking er voor gezorgd heeft dat er veel is gebouwd. En hij werpt een blik op de toekomst, vanaf nu zal de bevolkingsgroei stagneren of zelfs krimpen en zal er veel minder worden gebouwd.
Wat "Europese architectuur vanaf 1890" zo'n interessante uitgave maakt zijn de meer dan 700 afbeeldingen. Zoals bijvoorbeeld de nationale bibliotheek te Minsk, een enorme kubus van spiegelglas met afgeschuinde ribben van de architecten Mihail Vinogradov en Viktor Kramarenko, het ook uit spiegelglas opgetrokken bolvormige luchtvaartmuseum te Belgrado van Ivan Straus (1989) of de bruine uitbreiding van het Nationaal Theater in het centrum van Praag door Karel Prager (1976-1983). Dat er zoveel onbekende gebouwen uit Oost-Europa worden getoond is logisch. Afgezien van het eind vorig jaar verschenen boek over Sovjetarchitectuur CCCP van journalist Frédéric Chaubin is hiervoor nog niet veel gepubliceerd in Westerse uitgaven.
Ook voor onbekend West-Europees werk is plaats zoals het complex Jeanne Hachette, een ogenschijnlijk willekeurige stapeling van driehoeken door architecten Jean Renaudie en Renée Gailhoustet over een vierbaans weg in de Parijse voorstad Ivry sur Seine (1970-1975) of het 1 kilometer lange woongebouw Corviale van Maria Frorentino (1972-82), met dit gebouw heeft Rome haar eigen Bijlmercomplex.
Mocht je je als lezer afvragen of al deze bijzondere gebouwen nog bestaan, dat kom je helaas niet te weten. In de publicatie is niet meer gepubliceerd dan de naam, plaats en bouwjaar. Het gebruik van Wikipedia en Flick heeft deze enorme beeldenschat mogelijk gemaakt, maar er ook toe geleid dat de opgenomen fotografie nogal wisselend van kwaliteit is. Ook zijn veel afbeeldingen helaas op postzegelformaat afgedrukt.
"Europese architectuur vanaf 1890" is een boeiende aanvulling op de vele architectuurboeken over de 20ste eeuwse architectuur. Het laat, naast bekende namen als Adolf Loos, Le Corbusier, Rem Koolhaas en Herzog & De Meuron meer dan voldoende ruimte aan de gebouwen van vele net iets minder bekende architecten. Of zoals Hans Ibelings het zelf zegt in het voorwoord: "Met het idee om tegen de stroom in te gaan van de selffulfilling prophecy dat wie beroemd is beroemder wordt en andersom."
Informatie: Europese architectuur vanaf 1890 / Auteur: Hans Ibelings / Vormgeving: Arjan Groot / Nederlandstalige editie / Paperback / Full color / 240 pagina's / Afmetingen: 170 x 240 mm / Uitgever: SUN Architecture / ISBN: 9789085068808 / Prijs: €34,50.
© Architectuur.ORG - 1999 - 2023 | info@architectuur.org | RSS-feed | Twitter | LinkedIn | Facebook