19-05-2014 - Het ING hoofdkantoor aan de Amsterdamse Zuid-as wordt door velen vergeleken met een schoen of klapschaats. Over dit soort iconische architectuur, architectuur die verbonden is met beelden van buiten de architectuur, gaat het boek "Building as Ornament" van Michiel van Raaij dat bij uitgever nai010 is verschenen.
Van Raaij was al tijdens zijn studie gefascineerd door dit thema en startte een website, Eikongraphia. Hier verzamelde hij 150 voorbeelden. Omdat architecten
niet uit zichzelf over het gebruik van metaforen in hun gebouwen schrijven interviewde Van Raaij 8 architecten en 2 architectuurhistorici over dit onderwerp: Auke van der Woud, Denise Scott Brown, Charles Jencks, Adriaan Geuze, Michiel Riedjik, Alejandro Zaero-Polo, Ben van Berkel, Steven Holl, Winy Maas en Bjarke Ingels. Herzog & de Meuron wilden overigens niet meewerken aan het boek, omdat dit voor hen iets uit het verleden is. De interviews zijn samen met een korte historie en 120 voorbeelden gepubliceerd in het boek.
"Building as Ornament" behandelt het ornament op de schaal van het gebouw. Een succesvol ornament legt de functie, sociale status, draagconstructie, organisatie en / of context van het gebouw uit. Van Raaij verbindt dit met iconografie, het gebruik van beelden van buiten de architectuur in de architectuur. Deze definitie roept overigens verwarring op bij architectuurcriticus Charles Jencks: "Your book is about ornament, but you want to talk to me about the icon?"
Van Raaij maakt onderscheid tussen het iconografisch detail (toegepast door Neutelings Riedijk), gelaagde iconografie (UNStudio, Steven Holl) en enkelvoudige iconografie (MVRDV, BIG).
Meerdere keren komt in de interviews ter sprake dat gebruik van beelden van buiten in de architectuur niet te letterlijk moet zijn. Een gebouw moet wel een gebouw blijven, het risico bestaat dat er anders een soort Disney architectuur ontstaat. Een sterk voorbeeld hiervan is het restaurant in de vorm van een eend op Long Island New York, dat door Denise Scott Brown, Robert Venturi en Steven Izenour is gepubliceerd in het beroemde boek Learning from Las Vegas (1972). De kwalificatie Disney-architectuur is misschien ook van toepassing op vele ontwerpen in het hoofdstukje "Collage Alphabet", gebouwen in de vorm van letters en tekens. Zo ontwierp BIG de Walter Tower in Praag, kantoren en appartementen in Praag. Denise Scott Brown's reactie op dit ontwerp dat ook de cover siert: "W for what?".
Interessant is de korte historie over het ornament. Van Raaij omschrijft bijvoorbeeld hoe het gebruik van het ornament rond 1930 de schaalsprong maakt naar het hele gebouw. Le Corbusier refereerde in teksten aan stoomschepen, auto's en vliegtuigen. Zelf verwees hij daar in zijn gebouwen niet letterlijk naar, wel werd dit door zijn tijdgenoten gedaan. Een katalysator voor de recente opkomst van het icoon was het Guggenheim Museum in de Noord-Spaanse industriestad Bilbao. Het museum is een voorbeeld van hoe een stad veel bezoekers kan trekken door een iconisch gebouw.
Het in de inleiding genoemde ING-hoofdkantoor refereert volgens de ontwerpers Meyer en Van Schooten aan de voorbijrijdende auto's en opstijgende vliegtuigen van Schiphol. Het publiek zal het gebouw echter altijd blijven associeren met een schoen of schaats. Michiel van Raaij pleit er in het slot van "Building as Ornament" dan ook voor dat architectenbureaus intern het gebruik van metaforen bediscussiƫren. De meest sterke zouden moeten worden getest op het publiek. Hij illustreert dit met een voorbeeld waar het mis ging: het ontwerp van MVRDV voor 2 appartemententorens in Seoul die volgens Amerikanen het beeld opriepen van de aanslagen op het WTC in New York.
"Building as Ornament" biedt naast deze aanbevelingen voor het gebruik van iconografie een mooie reeks zeer uiteenlopende voorbeelden. Hopelijk is het boek een aanzet in een reeks uitgaven over dit interessante onderwerp.
© Architectuur.ORG - 1999 - 2023 | info@architectuur.org | RSS-feed | Twitter | LinkedIn | Facebook